Duurzame mobiliteit ook in landelijke gebieden nodig

Mobiliteit 2 min

De Europese partners van het MOVE-project zijn drie dagen op visite in Mechelen. Mobiliteitsspecialisten uit Nederland, Duitsland, Denemarken en Schotland komen samen om duurzame mobiliteitsinitiatieven in landelijke en voorstedelijke gebieden te ontwikkelen, te bespreken en te evalueren.

Mobiliteitsspecialisten uit Nederland, Duitsland, Denemarken en Schotland komen samen om duurzame mobiliteitsinitiatieven in landelijke en voorstedelijke gebieden te ontwikkelen, te bespreken en te evalueren.
Het Europese project MOVE gaat voor duurzame mobiliteit

MOVE gaat voor duurzame mobiliteit

MOVE staat voor Mobility Opportunities Valuable for Everybody. Het project wil duurzame mobiliteitsinitiatieven in landelijke en voorstedelijke gebieden ontwikkelen, testen en evalueren.

Onze regio wordt gekenmerkt door heel wat landelijke en voorstedelijke gebieden, waar mensen vaak aangewezen zijn op de wagen. Dit leidt in veel gevallen tot vervoersarmoede. MOVE wil businessmodellen rond onder meer autodelen, fietsdelen, watertaxi’s en flex-bussen ontwikkelen, testen en evalueren.

Ook in de andere deelnemende landen worden duurzame mobiliteitsinitiatieven getest. Tijdens deze driedaagse vergaderen de Europese partners over het project en leren ze van elkaar. Om hun verblijf zo aangenaam mogelijk te maken, organiseert IGEMO o.a. een wandeling door Mechelen en een leerrijke uitstap naar Flexpack in Puurs-Sint-Amands.

Inhaalbeweging nodig

In grote steden schieten Uber, deelsteps en-fietsen, zelfrijdende voertuigen, ... als paddenstoelen uit de grond. In landelijke gebieden vinden zulke innovaties minder ingang. Als streekintercommunale van Rivierenland, wil IGEMO inzetten op duurzame mobiliteit in de regio. Dat is nodig, want de uitdagingen op vlak van mobiliteit zijn groot. De klimaatimpact van het verkeer blijft stijgen en congestie beperkt de economische groei. Tegelijk hervormt de overheid het openbaar vervoer en stellen gemeenten lokale klimaatactieplannen op. Er is dus nood aan duurzaamheid en vernieuwing.

"In grote steden overal ter wereld zien we innovatieve mobiliteitsoplossingen opduiken. Kleinere steden, voorsteden en landelijke regio's lopen achter op deze tendens. Samen met Europese partners zoeken we naar businessmodellen om die achterstand mee in te halen." zegt Annelies Koomans van den Dries, Project Manager, HZ University of Applied Sciences

Pilootprojecten

MOVE ontwikkelt en evalueert verschillende pilootprojecten in landelijke gebieden. In onze regio is de Flexbus Klein-Brabant een eerste, succesvol pilootproject. Inwoners van de verschillende deelgemeenten van Klein-Brabant kunnen dankzij de Flexbus hun regio makkelijk doorkruisen, zonder de auto te nemen. Hiervoor werkt IGEMO samen met Universiteit Gent.

Ook in de andere deelnemende landen worden pilootprojecten uitgerold. De Nederlandse partners (Gemeente Middelburg en Hogeschool Zeeland) werken rond hoe de toeristische sector duurzame mobiliteit kan promoten. De Duitse partners (Landeskreis Northeim en Universität Göttingen) zoeken hoe autodelen het vervoer van studenten uit de regio naar de stad duurzamer en vlotter kan maken. De Schotse partners (Hitrans en Highland Health Board) zoeken uit hoe ze in afgelegen gebieden de gezondheidszorg en andere diensten kunnen bundelen, om autoritten te reduceren. De kennisinstellingen (waaronder ook adviesbureau Advier en het Deense Gate 21) bewaken dat er maximaal kennis wordt vergaard en uitgewisseld.

#DuurzameMobiliteit #InterregMove
IGEMO werkt met Nederlandse, Duitse, Schotse en Deense partners aan het project MOVE binnen het programma Interreg North Sea Region.