Sinds 1 januari 2019 is het nieuw Vlaams Woninghuurdecreet van kracht. Of je nu huurder, verhuurder of kotstudent bent, alle huurcontracten die vanaf 1 januari worden gesloten, vallen onder de nieuwe regelgeving. Die is enkel van toepassing op huurovereenkomsten voor een woning als hoofdverblijfplaats en op studentenhuisvesting. Dus niet op handelshuurovereenkomsten, pachtcontracten of huurcontracten voor kantoren, tweede verblijfplaatsen en garages. Wat verandert er dan precies?
Duur en opzegtermijn
De korte duur contracten en huurcontracten van negen jaar blijven bestaan. Wat betreft opzeg zijn er wel enkele wijzigingen:
- Je kan voor eigen gebruik het huurcontract stopzetten tijdens de eerste drie jaar van de overeenkomst. Pas na het verstrijken van deze periode, kan eigen gebruik ook toegepast worden op de echtgeno(o)t(e), de partner en de kinderen. De wettelijk samenwonende partner wordt tevens gelijkgesteld aan de echtgeno(o)t(e).
- De huurder kan een overeenkomst van korte duur op ieder ogenblik beëindigen, mits een opzegtermijn van 3 maanden.
- De regelgeving voor niet-geregistreerde huurcontracten wordt strenger. Een huurcontract van korte duur, dat niet geregistreerd werd door de verhuurder, kan zonder enige opzegtermijn of -vergoeding opgezegd worden door de huurder. De verhuurder dient hierover wel geïnformeerd te worden. Deze regeling bestond al voor niet-geregistreerde huurcontracten van negen jaar.
Samenwonenden en medehuur
Het concept co-housing of medehuur wint steeds meer aan populariteit. De vorige wetgeving was nog niet aangepast aan deze woonvorm.
- Bij feitelijk samenwonenden, bijvoorbeeld twee vrienden die een appartement delen, zal men de verhuurder verzoeken om akkoord te gaan met een nieuwe huurder. Weigert de verhuurder dit te doen, kan de huurder zich tot de rechtbank wenden.
- Een medehuurder kan de huurovereenkomst opzeggen ten persoonlijke titel. Dit staat in schril contrast met de vroegere wetgeving, die bepaalde dat een opzegging door alle huurders samen moest gebeuren. De vertrekkende medehuurder dient wel een nieuwe huurder voor te stellen.
- Wettelijk samenwonenden en gehuwden die samen huren en beslissen om uit elkaar te gaan, moeten onderling bepalen wie de huurovereenkomst overneemt. Lukt dit niet, zal een rechter hierover beslissen.
Huurwaarborg
Eén van de belangrijkste wijzigingen is de verhoging van de huurwaarborg van twee naar drie maanden. Ook de huurborglening werd ingevoerd.
Verzekeringen
Een brandverzekering die eveneens waterschade dekt, is vanaf nu wettelijk verplicht voor zowel huurder als verhuurder. De huurder is aansprakelijk voor brand- en waterschade, tenzij hij bewijst dat de brand niet door zijn schuld is ontstaan, bijvoorbeeld door de slechte staat van de elektriciteitsinstallatie.
Woningkwaliteit
De verhuurder is verplicht een huurpand af te leveren dat overeenstemt met de bepaling van de Vlaamse Wooncode. Voldoet een woning bij aanvang van de huurovereenkomst niet aan deze vereisten, dan kan de nietigheidssanctie worden uitgesproken met een teruggave van de betaalde huurgelden als gevolg. Het enige waar de verhuurder dan nog aanspraak op kan maken is een bezettingsvergoeding vanwege de huurder. Het conformiteitsattest kan hier een belangrijke rol spelen.
Overlijden van de huurder
Wanneer een huurder komt te overlijden, wordt het huurcontract automatisch ontbonden op het einde van de tweede maand na het overlijden. Naast de betaling voor deze twee maanden huur, komt er een vergoeding bij ten bedrage van één maand huurgeld.
Vragen? Kom langs bij de Woonwinkel
Informeer je goed wanneer je als verhuurder een contract opmaakt of als huurder ondertekent. Bij de Woonwinkel of het Woonloket ben je voor al je huurvragen aan het juiste adres. De adviesverlening is bovendien volledig gratis.